Driemaal zo gelijkend en toch zo verschillend. Drie donkere kopjes met drie paar donkere kijkers. Al is mijn haardos belange niet zo dik meer als die van hen. Misschien daarom ook de keuze van deze foto. Eéntje met een hoed op mijn hoofd. Want, daar wijzen ze me graag op, op dat uitdunend haar. De vlegels. Vroeg of laat staat het ook hen te wachten hoor. Ik troost me bij de gedachte dat er zo goed als nog geen grijze bij zitten. Voorlopig toch. Al zal ook dat veranderen. Maar we dwalen af. Terug naar die drie kopjes.
Drie musketiers, op een rijtje. In Rome, één van de drie reizen die ik met hen deed omdat ik beloofde hen het triumviraat van de klassieke oudheid te tonen. Na Egypte was het aan Rome. En dan aan Sicilië, maar dan wel om er Griekse tempels te gaan bezoeken. De drie musketiers had Matisse ons gedoopt, jaren daarvoor. Toen we er inderdaad opeens alleen met ons drie voor stonden. Drie handen op één buik had hij er aan toegevoegd. Mijn donkere kijkers liepen toen vol & liepen over.
Zoals in het echte verhaal over de drie musketiers, het verhaal van Aramis, Athos & Porthos, is er een vierde musketier bij gekomen. De musketier die deze foto nam. Lang leve D’Artagnan ook.
Categorieën:Cursiefjes, kastart, TEXTbrouwer